The Standard eindelijk in Brussel

In 2025 verwelkomt Brussel een nieuwe hotspot: The Standard opent er een ijzersterk project dat bestaat uit een hotel, longstayappartementen, twee restaurants en een bedrijfsgebouw. Dit alles wordt ondergebracht in een architecturaal hoogstandje van 51N4E en Jaspers-Eyers Architects. Voor het interieurdesign schakelde The Standard de gerenommeerde Verena Haller en Belgisch architect-designer Bernard Dubois in. Na succesvolle locaties in New York en Londen verspreidt The Standard zijn reputatie en verlegt het zo opnieuw de grenzen van hospitality.

Hoe hebben jullie elkaar ontmoet?


Verena Haller:
Voor ik Bernard in Brussel ontmoette, had ik mijn oog al laten vallen op zijn werk … Hij had al wel enkele bijzondere interieurs en boetieks ontworpen (denk aan Courrèges en Lanvin) maar nog geen hotel- project (intussen wel het Cap d’Antibes Beach Hotel, red). De juiste designer vinden, is een hele uitdaging, iets wat je niet ‘van op afstand’ kunt doen. Mijn team en ik reizen veel en tijdens die trips houden we voortdurend nieuwe architecten en ontwerpers in de gaten. Niet met een speciek project in gedachten, maar gewoon om open te staan voor mogelijke samenwerkingen …

Verena Haller, Chief Design Officer (The Standard Hotels)

 

Bernard Dubois: We ontmoetten elkaar in 2020. Ik was enorm enthousiast, want ik kende het merk goed. Ik was al meerdere keren in New York geweest en had geweldige herinneringen aan The Standard bij de High Line in het Meatpacking District. Als student kon ik me geen verblijf daar veroorloven, maar later lukte dat wél. (Lacht)

Bernard Dubois, architect en designer

Verena, wat is je link met Brussel?

Het begon allemaal met een aanbesteding voor het nieuwe NAVO-hoofdkwartier. Uiteindelijk wonnen we die, niet alleen voor de architectuur maar ook voor hetinterieurdesign. Daardoor begon ik regelma- tig naar Brussel te reizen en werd ik al snel verliefd op de stad. Tijdens onze gesprek- ken besefte ik dat Bernards passie voor zijn geboortestad perfect aansloot bij de nieuwe verwachtingen van het Brusselse publiek. Er is vraag naar een nieuwe plek die de positieve evolutie van Brussel weerspiegelt – een stad met een strategische ligging in Europa – maar tegelijk zijn eigen challenges heeft.


‘Bernard Dubois gaf me inzicht in de verwachtingen van het Brusselse publiek.’ VH


Bernard, wat is voor jou de grootste uitdaging van dit project?

Ik denk dan meteen aan Andrée Putman, die ooit zei dat ‘comfort vooral een visuele kwaliteit is’. Wanneer je reist, wil je je ergens thuis voelen, hoever je ook van huis bent. The Standard heeft altijd indruk op me gemaakt door de manier waarop het authenticiteit weet te scheppen in al hun hotels (het label heeft inmiddels elf hotels en werkt aan vier nieuwe openingen in Brussel, Dublin, Lissabon en Pattaya in Thailand, red). Dat gaat van tex- turen en kleuren tot de zorgvuldig gekozen oppervlakken. Dat geeft een gevoel van wel- behagen én esthetiek. Het is een enorme uit- daging om een omgeving te ontwerpen die voelt alsof alles vanzelfsprekend is, terwijl er juist ontzettend veel aandacht en hard werk achter zit. Comfort is nooit een toeval. (Lacht)

Wat was de strategie om van dit hotel een bijzondere plek te maken?

VH: Bij elk project starten we met een ster- ke basis door veel tijd te besteden aan het opstellen van de lastenboeken. Die moeten perfect aansluiten bij de visie van het project en tegelijk commercieel aantrekkelijk zijn. Vervolgens werken we aan een ontwerp waar de architect trots op kan zijn, terwijl we pro- beren af te wijken van de conventies. Het gaat om de juiste balans: high en low combineren, een plek creëren waar zowel lokale bewoners als zakelijke en toeristische gasten zich thuis voelen. Het hotel moet overdag een ontspannen sfeer bieden, zoals in het restaurant, ter- wijl de rooftop ‘s avonds juist een bruisende ontmoetingsplek wordt. Het is belangrijk dat het niet aanvoelt als een hotel, maar als een bestemming op zich.

BD: Precies. Alles draait om het doorbreken van traditionele hoteldogmas en dat proberen we hier op allerlei manieren te doen.

VH: Het hotel telt 180 kamers, waarvan 18 suites en ook 20 appartementen van 50 tot 70 m2. Het gebouw heeft een opvallende L-vorm en een spectaculair glazen dak dat de twee delen met elkaar verbindt. Binnen voelt het als één geheel, met overal een luxueuze en intieme sfeer.

BD: Wat The Standard, Brussels echt high level maakt, is dat een groot deel van het interieur volledig op maat is ontworpen.


‘Het design van The Standard legt de lat op het hoogste niveau.’ BD


Hoe belangrijk is duurzaamheid?

VH: Duurzaamheid is cruciaal voor een modern hotel … Dat gaat verder dan alleen het interieur: hoe we omgaan met voedsel- voorziening, afvalbeheer en zelfs de personeelsuniformen, gemaakt uit gerecyclede materialen.

BD: We hebben de verantwoordelijkheid om een plek te creëren die de tand des tijds kan doorstaan.

Hoe pasten jullie de structuur van het hotel in het multiculturele en cosmopolitische van Brussel?

VH: De brasserie op de begane grond van ons hotel in Brussel wordt geen simpele kopie van de Standard Grill in New York. Dat zou hier gewoon niet passen. Net zoals we in Londen met de Double Standard een mix hebben ge- maakt van een Amerikaanse diner en de sfeer van een Britse pub, willen we in Brussel twee culturen samenbrengen op een manier die logisch en authentiek aanvoelt. Het culinaire concept krijgt een lokale insteek, net zoals het interieurontwerp van de kamers en appartementen flexibel zal blijven. We staan ervoor open om deze ontwerpen gaandeweg aan te passen aan de wensen van onze gasten en onze eigen ambities.

BD: Wat nu gebeurt in Brussel, voor- al in de Noordwijk, is erg boeiend. De stad ontwikkelt zich met nieuwe woningen, winkels, werkplekken en natuurlijk hotels. The Standard past perfect binnen die dynamiek. Deze wijk trekt steeds meer men- sen aan, dankzij events zoals BRAFA (zie ook p. 26) en de geplande opening van KanalCentre Pompidou in 2025, vlakbij ons hotel. Een label als The Standard, dat internationaal een sterke reputatie heeft, kan bijdragen aan die ontwikkeling en de wijk aantrekkelijk maken voor internationale gasten, waarvan een deel Brussel al kent.

VH: We hebben er nooit voor teruggedeinsd om ons te vestigen in wijken die anderen links lieten liggen, zoals King’s Cross in Londen, rechtover St. Pancras International of het Meatpacking District in New York. Dat ge- bied was destijds nog grotendeels industrieel, maar kijk wat het nu is: een van de hip- ste plekken van de stad. Brussel biedt ons een gelijkaardige kans en we zijn vastbesloten om die aan te grijpen, met respect voor de verwachtingen.

 

Hoe willen jullie dat mensen over een paar jaar over The Standard in Brussel praten?

BD: Als een plek die trouw is aan de Belgische roots, lokaal verankerd en tegelijk ambitieus en die een nieuwe standaard zet voor verblijf in de stad. Brussel is uniek in de manier waar- op het invloeden samenbrengt.

VH: Ik hoop dat het hotel voelt als een uitnodiging om Brussel te ontdekken alsof je met een lokale gids door de stad wandelt. Geen anonieme hotspot, maar een authentieke en verrassende ervaring. Mensen vragen ons vaak welke trends we volgen in de hotelindustrie, maar eigenlijk volgen we er geen enkele. The Standard heeft een eigenzinnige, humoristische identiteit en het is aan Bernard om die te vertalen naar Brussels. (Lacht)

 

> The Standard, Brussels.  Opening voorzien in de eerste helft van 2025.
Koning Albert II-laan, 1000 Brussel (BE).
Standardhotels.com

Gerelateerde thema's