IDEAT: Hoe is deze overzichtstentoonstelling tot stand gekomen?
Iris van Herpen: Het Musée des Arts Décoratifs had me enkele jaren geleden al gevraagd om een overzichtstentoonstelling van mijn werk te maken, maar ook om de con- text rond de creatie ervan te belichten. Alle elementen samenbrengen nam veel tijd in beslag en we wilden gewoon de tijd nemen om ons er volledig aan te wijden, om alle dimensies van mijn visie erin te verwerken. We integreerden mijn werk met dat van andere kunstenaars en designers, en uiteindelijk hebben we er vier en een half jaar over gedaan (voor dit evenement werkte Iris met koraal en fossielen, en werkte ze samen met niemand minder dan kunstenaars Wim Delvoye, Rogan Brown, Kate MccGwire, Kohei Nawa, Casey Curran, Ren Ri, architect Jacques Rougerie, danser Damien Jalet, en designers Neri Oxman, Ferruccio Laviani en Tomáš Libertíny, red).
Welke invloed heeft ai gehad op je creatieve proces?
IVH: We bereiden momenteel een speciaal project voor in verband met AI, dat op de tentoonstelling zal worden bekendgemaakt. Over het algemeen is het een tool die vaak deel uitmaakt van mijn denkproces wanneer het wordt toegepast op details, zoals voor de campagneshoot voor mijn nieuwste collectie ‘Architectonics’, die werd gepresenteerd tijdens de Haute Couture Week in Parijs. Maar ik gebruik AI niet per se in mijn collecties als zodanig. Ze zijn zo persoonlijk dat ik graag alles zelf ontwerp, op een fysieke en intuïtieve manier.
Welke innovatieve materialen hebben jullie voor deze collectie gebruikt?
IVH: We hebben een techniek ontwikkeld voor een van de jurken, in een materiaal dat is ontworpen met behulp van biometrische algoritmen. Het is een zeer fijne microvezel die het mogelijk maakt om de patronen zo te plaatsen dat ze een heel verhaal vertellen wanneer ze worden geactiveerd. Het is een technologie die een perfecte plaatsing van de motieven mogelijk maakt op een heel licht materiaal, en die het handwerk benadrukt. We hebben ook geëxperimenteerd met een nieuw materiaal gemaakt van fijngemalen schelpen vermengd met siliconen, die met de hand geïnjecteerd worden in lasergesneden lijnen. Deze technieken vergden een bepaalde ontwikkelingstijd om natuur en technologie te laten versmelten en een nieuw soort kledingstuk tot leven te brengen. We werkten ook met duurzame materialen, zoals ananas- en cacaobladeren.
Wat is je relatie met accessoires in het bijzonder?
IVH: Al vanaf het begin hebben (sculpturale, red) schoe- nen een belangrijke rol gespeeld in mijn shows. Ik hou van schoenen, de manier waarop ze een silhouet kunnen afmaken en een hele look kunnen beïnvloeden. De laatste die we hebben gemaakt voor de ‘Architectonics’-collectie vormen een mooie balans tussen grafische lijnen en een organische kwaliteit. Dit is een terugkerend patroon in mijn schoenen: een contrast tussen vrouwelijkheid en een experimentele opzet.
Je hebt vanaf het begin avant-gardistische en verkennende technieken ontwikkeld, maar je collecties weerspiegelen steeds meer een band met de natuur …
IVH: De natuur is altijd een integraal onderdeel van mijn werk geweest. In de loop der jaren is deze passie alleen maar sterker geworden. Er valt zoveel te ontdekken wanneer je de natuur onder de loep neemt. Ze drukt alle schoonheid van het universum uit. Ik probeer nooit letterlijk iets te kopiëren, maar ik in- terpreteer graag. Naast wat we aan de oppervlakte zien, is er veel te leren van de natuur op het gebied van circulariteit en duurzaamheid. Ik denk dat er ook een verband is met het feit dat ik verhuisd ben naar de rand van Amsterdam, naar een prachtige plek naast een natuurgebied. Dat heeft een invloed op de manier waarop ik nu naar details kijk. Mijn studio blijft echter in de stad en dit contrast doet me deugd.
Werk je altijd met wetenschappers? eerdervoor de creatie de of techniek?
IVH: Absoluut, want een goed gesprek kan heel inspirerend zijn. Veel wetenschappers zijn geïnteresseerd in de mysteries van de natuur en proberen de wereld waarin we leven te begrijpen. Ik probeer hetzelfde te doen in mijn werk. Dat is ook de reden waarom ik tegelijkertijd met architecten werk, om mijn inspiraties nog verder te materialiseren.
Kan je al je materialen zelf maken in je atelier of moet je een beroep doen op gespecialiseerde labo’s?
IVH: We maken de meeste van onze grondstoffen zelf, en soms zijn bepaalde ma- chines zoals lasersnijders of 3D-printers beter toegankelijk buiten het atelier. We werken over de hele wereld samen met de beste bedrijven in hun vakgebied en dat maakt ons flexibeler. Ik heb technieken ontwikkeld met een architect in Toronto, dus zijn we ter plekke onderdelen gaan afwerken. Maar dat zijn uitzonderingen: de meeste stukken maken we zelf in Amsterdam.
Om deze tentoonstelling samen te stellen, moest je terugblikken op je hele carrière. heb je elementen uit je vroegere collecties herontdekt?
IVH: Ik heb veel silhouetten bekeken, maar mijn benadering is altijd toekomstgericht. In de tentoonstelling hebben we een ‘atelierruimte’ ingericht, zodat bezoekers ons labo kunnen inkijken en kunnen zien hoe we te werk gaan. We hebben ook onze archieven met grondstoffen doorgespit en experimentele samples gevonden, waarvan er ongeveer honderd te zien zullen zijn in het Musée des Arts Décoratifs. Ik denk dat mensen in zekere zin overweldigd zullen zijn door dit niveau van vakmanschap. Al die dozen met samples openen was ook heel inspirerend, want sommige zijn nooit gebruikt. Er zaten zoveel ideeën in dat ik me opnieuw in bepaalde technieken wil verdiepen.
In hoeverre beïnvloedt architectuur jouw visie op mode?
IVH: Architectuur speelt heel vaak een rol in mijn werk en in ieder geval in mijn hele denkproces. Het gebeurt echter niet systematisch, het komt in opeenvolgende golven. Mijn nieuwste collectie heet ‘Architectonics’. Architectuur is een van mijn rechtstreekse inspiratiebronnen en bouwtechnieken zijn er ook vaak in verwerkt.
Je hebt een tijdje gedanst en gewerkt met benjamin millepied in de opera de paris, met het new york city ballet en ook met verschillende gezelschappen in europa. dans je nog steeds?
IVH: Nee. (Lacht) Ik schaam me een beetje om het toe te geven, want ik vind het geweldig, maar ik ben een echte workaholic en ik heb niet echt de tijd meer. Ik ga wel nog steeds graag naar voorstellingen. Wanneer ik ontwerp, denk ik altijd aan bewegingen en zie ik de kleding dansen op de huid. Het lichaam dat mijn werk leven inblaast kan je een beetje vergelijken met dans, op een heel subtiele manier.
Artikel oorspronkelijk gepubliceerd in IDEAT Benelux n°4 november-december 2023 en bewerkt